5.1. Uitkomsten aanscherping veiligheidsanalyse

Het project Culemborgse Veer – Beatrixsluis ligt in het normtraject 44-1 waarvoor in de Waterwet een norm van 1/10.000 per jaar als maximaal toelaatbare overstromingskans is opgenomen (Nota van Uitgangspunten, H3.1.1). Deze maximale toelaatbare overstromingskans van 1/10.000 per jaar is de optelsom van de faalkansen van alle faalmechanismen (Nota van Uitgangspunten, H3.1.2). De waterveiligheid van de dijk ligt voor nagenoeg het hele traject beneden de signaleringswaarde (1/30.000 per jaar) en moet worden versterkt.

Bij het beoordelen van dijken en het ontwerpen van dijken die versterkt moeten worden, wordt in beeld gebracht hoe groot de kans is dat een dijk bezwijkt. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het landelijke ontwerpinstrumentarium dat is afgeleid van het wettelijk beoordelingsinstrumentarium.

Tijdens de verkenningsfase wordt van ‘grof naar fijn’ op basis van steeds meer beschikbare informatie toegewerkt naar een steeds betrouwbaarder oordeel over de noodzakelijke versterkingsmaatregelen om de dijk weer te laten voldoen aan de norm.

In de Nota van Uitgangspunten (Nota van Uitgangspunten, H3.1.3) was de conclusie op basis van de waterveiligheidsopgave van dat moment dat op basis van de beschouwing van vier faalmechanismen (hoogte, macro-stabiliteit binnenwaarts en buitenwaarts en piping) de gehele dijk op één of meerdere faalmechanismen niet voldoet en daarom is afgekeurd.

De waterveiligheidsopgave is in het voorjaar van 2020 verder aangescherpt. Hiervoor is gebruik gemaakt van de volgende aanvullende informatie:

  • Nieuwe berekeningsuitgangspunten die zijn vastgelegd in een Technische Uitgangspuntennotitie [1];

  • Aanvullend grond- en laboratoriumonderzoek [2] en [3] uitgevoerd in 2019;

  • Peilbuismetingen die zijn uitgevoerd in de periode 2019-2020 [4].

Naast het gebruik van de aanvullende informatie zijn de berekeningen gedetailleerder uitgevoerd (berekening van meer dwarsprofielen). In de aangescherpte veiligheidsopgave [5] is het veiligheidsprobleem van de dijk voor het faalmechanisme macrostabiliteit binnenwaarts en macrostabiliteit buitenwaarts op dijkvakniveau gepresenteerd. Voor het faalmechanisme hoogte en piping is de analyse per dijkpaal uitgevoerd. Het faalmechanisme grasbekleding erosie buitentalud, grasbekleding afschuiven buitentalud, voorland en microstabiliteit zijn niet behandeld in de aangescherpte veiligheidsanalyse. Deze faalmechanismen zullen nog worden beoordeeld in de stap van kansrijke oplossingen naar kansrijke alternatieven (zie ontwerpproces in H1.3)

Uit de aangescherpte veiligheidsanalyse (zie Figuur 5.1) van dijkversterking Culemborgse veer- Beatrixsluis, waarbij ook 50 jaar vooruit is gekeken tot 2073, blijkt dat:

  • ca. 65% van het dijktraject niet voldoet aan de norm voor piping;

  • ca. 30% van het dijktraject niet voldoet aan de norm voor macrostabiliteit binnenwaarts;

  • ca. 15% van het dijktraject niet voldoet aan de norm voor macrostabiliteit buitenwaarts;

  • er geen opgave is voor hoogte;

In [5] staat nader beschreven waarom de waterveiligheidsopgave is gewijzigd.

Figuur 5.1: Resultaat aangescherpte veiligheidsanalyse per faalmechanisme.

Meer informatie:

  1. Technische uitgangspuntennotitie Culemborgse Veer - Beatrixsluis, SLD-RHD-TM-CUB-RP-TM-0019,” 22 november 2019.

  2. „Grondonderzoek Sterke Lekdijk Culemborgse Veer - Beatrixsluis (CUB), Resultaten terrein- en laboratoriumonderzoek, 02P011039-03-adv-01,” Wiertsema-Inpijn-Blokpoel V.O.F., 19 juli 2019.

  3. „Aanvullend grondonderzoek Culemborgse Veer - Beatrixsluizen (CUB-a), Projectnummer 02P011039-08,” Wiertsema-Inpijn-Blokpoel V.O.F., 28 februari 2020.

  4. „CUB-A, monitoring waterspanning, concept,” Wiertsema-Inpijn Blokpoel V.O.F., 30 maart 2020.

  5. Aanscherping veiligheidsanalyse Culemborgse Veer - Beatrixsluis, SLD-RHD-TM-CUB-RP-TM-0138,” mei 2020.