6.3. Duurzame dijk als ecologische verbinder en natuurontwikkeling
De interactieve content hieronder is mogelijk niet toegankelijk.
Figuur 6.7 Kanrijke oplossing 3, locaties van de profielen op basis van dijkvakken. De profielen kunnen bekeken worden in figuur 6.9.
Deze kansrijke oplossing lijkt sterk op mogelijke oplossing 3 (zie H4.3.3). Hierbij ligt de focus op duurzaamheid en op het versterken van de natuurwaarden van het gebied rondom de dijk. De natuurwaarden worden versterkt door zowel het aanleggen van nieuwe natuur als het verbeteren van de verbindingen tussen de bestaande natuurgebieden in het gebied. De dijk wordt hiermee een belangrijke ecologische verbinder, zowel in oost-westrichting als in noord-zuidrichting. Duurzaamheid krijgt in deze mogelijke oplossing (naast natuurontwikkeling) een plek door de dijk zoveel mogelijk te versterken in grond en hierbij gebruik te maken van gebiedseigen grond. Versterking in grond is duurzamer omdat dit in de toekomst eenvoudiger uitbreidbaar is als de dijk extra versterkt zou moeten worden.
Voor het faalmechanisme piping vindt de versterking plaats in grond door een hybride oplossing, waarbij zowel een klei-inkassing als een binnendijkse berm gebruikt worden, om het faalmechanisme piping op te lossen. Deze combinatie zorgt ervoor dat de binnenbermen voor piping korter kunnen worden. Het faalmechanisme piping vormt echter op enkele locaties een dusdanig grote opgave dat het niet met een hybride oplossing in grond kan worden opgelost. Op deze locaties zullen alsnog constructies (zie H3.1.1) moeten worden toegepast voor het faalmechanisme piping.
Het faalmechanisme macrostabiliteit wordt zowel binnen- als buitenwaarts met een berm opgelost. Waar een dergelijke binnenberm voor stabiliteit niet inpasbaar is, wordt door middel van een as-verlegging van de dijk (zie H5.3) ruimte gecreëerd om een stabieler dijkprofiel in grond aan te leggen ten behoeve van het faalmechanisme stabiliteit binnenwaarts.
De buitendijkse klei-inkassing wordt gecombineerd met de aanleg van een natte dijkzone, waardoor de natuurwaarden worden verhoogd. Nagegaan moet worden dat hierbij niet te veel bestaande waardevolle natuurwaarden verloren gaan. De natte natuurzone creëert een ecologische verbinding parallel aan de dijk waardoor belangrijke natuurgebieden Steenwaard en Honswijkerwaard beter met elkaar worden verbonden. Deze verbinding kan ook worden versterkt door het toepassen van een bloem- en kruidenrijk grasmengsel op de dijktaluds en -bermen. Extra aandacht gaat naar de ecologische verbindingen binnendijks ter hoogte van het Werk aan de Groeneweg, bij het inundatiekanaal en ter hoogte van het Waalse Bos bij de kern Tull en ’t Waal.
De omgevingsbouwstenen die in deze kansrijke oplossing worden meegenomen hebben betrekking op het thema natuur en duurzaamheid. Buiten het aanleggen van de natte dijkzone is in de Honswijkerwaard en Steenwaard de mogelijkheid tot aanleg of herstel van de geulen in de uiterwaarden. Deze dragen bij aan de verbetering van de waterkwaliteit, ecologie en mogelijke waterstandsdaling. De grond die hierbij vrijkomt kan bovendien als gebiedseigen grond bij de dijkversterking worden toegepast. Om dit te realiseren is een goede samenwerking met gebiedspartners nodig. Andere ingrepen die kunnen worden mee gekoppeld met de dijkversterking zijn bijvoorbeeld het aanleggen van faunapassages om de ecologische verbindingen haaks op de dijk verder te versterken.
Figuur 6.8 Bouwstenen in kansrijke oplossing 3.
De interactieve content hieronder is mogelijk niet toegankelijk.
Figuur 6.9 Ruimtebeslag op hoofdlijnen* kansrijke oplossing 3. De zwarte omlijning geeft het huidige ruimtebeslag van de dijk weer. Klik op de vakjes rechtsboven in de kaart voor (1) vergroten (2) veranderen achtergrond en (3) uitklappen legenda. Klik op de locaties van de profielen om dwarsdoorsneden te bekijken.
*Deze kaart geeft het ruimtebeslag van het dijkontwerp op hoofdlijnen weer. Op deze kaart is dus nog niet ingetekend hoe wordt omgegaan met bijvoorbeeld woningen, erven en parkeerplaatsen. Conclusies over deze specifieke locaties zijn op basis van het getekende ruimtebeslag niet te trekken. De uitwerking van deze specifieke locaties volgt op een later moment (planuitwerkingsfase) in het ontwerpproces. Het ruimtebeslag is gebaseerd op de ontwerpgegevens van juli 2020 en kan onderhevig zijn aan wijzigingen.