4.3.5 Landschapspark, beleving erfgoed en natuur

In deze mogelijke oplossing staat de recreatieve ontwikkeling van het gebied als geheel centraal. Het gebied wordt versterkt als uitloopgebied van het stedelijke gebied van Utrecht en vormgegeven als een ‘landschapspark’ waarin vooral de recreatieve beleving van cultuurhistorische elementen en natuurwaarden centraal staat. In alle uiterwaarden wordt intensieve recreatie gefaciliteerd, waarbij de nadruk bij ’t Waal vooral ligt op strand- en zwemrecreatie en bij de Steenwaard meer op natuurbeleving. Binnendijks ligt de nadruk op het versterken van de beleving van het landschap, met name de cultuurhistorische elementen die onderdeel zijn van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het ruimtelijk beeld van dijk en omgeving zal van Culemborg tot de Beatrixsluis eenzelfde uitstraling en continu beeld hebben.

Een stabiliteitsberm aan de buitendijkse zijde van de dijk maakt het mogelijk om een koppeling te maken tussen recreatie op de dijk en in de uiterwaard. Binnendijks wordt gebruik gemaakt van een constructie om piping en stabiliteit op te lossen, zodat de binnendijkse waarden niet worden aangetast. Binnendijks wordt de nadruk gelegd op een recreatief netwerk dat zich door het achterland uitstrekt en wat verbonden is met het TOP Linielanding. Zo komt de dijk in een landschapspark te liggen waarin alle natuurwaarden, cultuurhistorische waarden en landschappelijke waarden maximaal beleefbaar worden gemaakt.

Om de recreatie en beleving van dijk en omgeving te versterken worden op veel locaties rustpunten aangebracht. Dit gaat onder andere om de locaties van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zoals het bestaande Fort Honswijk en het Werk aan de Groeneweg, maar ook verdwenen NHW-objecten die weer herkenbaar worden gemaakt zoals de inlaatsluis bij Fort Honswijk of de Batterij Noordelijke Lekdijk. Op locaties met bijzondere uitzichten, bijvoorbeeld nabij Nieuwegein of langs de schaardijk bij Honswijk, kan een dijktribune worden aangebracht. Ook bij andere interessante locaties, zoals de wielen bij de kern Tull en ’t Waal, het archeologisch monument bij Fort Honswijk of de toegangen tot de Steenwaard en recreatieterrein ’t Waal worden rustpunten toegevoegd. Om meer (recreatief) verkeer af te wikkelen op de dijk wordt gekeken naar manieren om extra ruimte te bieden aan het verkeer, onder andere met een buitendijks wandelpad en een wegverbreding.
In de uiterwaarden wordt de intensievere recreatie nadrukkelijk gefaciliteerd. De uiterwaarden worden toegankelijk gemaakt met een netwerk van struin- en wandelpaden die relateren aan de andere interessante locaties in het gebied. Ook wandelen langs de dijk wordt gefaciliteerd, door een route parallel aan de dijk. Door het verbeteren van het wandelnetwerk in de uiterwaarden wordt ook het Liniepontje beter zichtbaar en bereikbaar. Natuurwaarden in de uiterwaard worden zoveel mogelijk intact gelaten.

Figuur 4.10 Kaart van mogelijke oplossing 5 – Dijk als onderdeel van landschapspark – beleving erfgoed en natuur.

Figuur 4.11 Bouwstenen toegepast in mogelijke oplossing 5 – Dijk als onderdeel van landschapspark – beleving erfgoed en natuur.