6.2. Dijk door recreatie- en rustgebied nabij de stad met versterking van de cultuurhistorie

Overslaan: Interactieve visual (Genially)

De interactieve content hieronder is mogelijk niet toegankelijk.

Interactieve visual (Genially)

Uw keuze voor cookies van derden

Op deze positie is een element verwerkt dat wordt verzorgd door een derde partij. Het is mogelijk dat deze en andere partijen cookies plaatsen op uw computer, daarom moeten wij toestemming vragen voor we de inhoud kunnen laten zien. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie over ons beleid.

Figuur 6.4 Kansrijke oplossing 2, locaties van de profielen op basis van dijkvakken. De profielen kunnen bekeken worden in figuur 6.6.

Deze kansrijke oplossing is een combinatie van mogelijke oplossing 2 (zie H4.3.2) en mogelijke oplossing 6 (zie H4.3.6). Er wordt voornamelijk uitgegaan van het versterken van het recreatieve gebruik van het gebied rondom de dijk als uitloopgebied van het verstedelijkte gebied van Utrecht. Hierbij is het type recreatie afhankelijk van het huidige gebruik. Zo worden de cultuurhistorische waarden van o.a. de Nieuwe Hollandse Waterlinie versterkt om als basis te dienen voor recreatie. Daarnaast varieert het type recreatie in de uiterwaarden van intensief rond het recreatiegebied ’t Waal naar extensief in de natuurgebieden van de Steenwaard en de Honswijkerwaard. Hiermee wordt de beoogde recreatie passend gemaakt bij het gebied, iets wat naar voren kwam uit de afweging van de mogelijke oplossingen (zie H5.2). Om tegemoet te komen aan deze thema’s in het gebied wordt de dijkversterking zoveel mogelijk uitgevoerd in grond aan de binnendijkse zijde door het aanbrengen van bermen (zie H3.2). Deze binnendijkse bermen maken het mogelijk de relatie met het achterland te versterken door het toevoegen van routes en landgebruik tot aan de kruin door te laten lopen. De recreatie in de uiterwaarden wordt sterker gekoppeld aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie en andere recreatieve routes in het achterland. Wanneer deze bermen niet kunnen worden ingepast binnendijks dan wordt teruggevallen op een constructie in de dijk (zie Figuur 6.4).

Uit de aangescherpte veiligheidsopgave (zie H5.1) blijkt dat het niet nodig is om de dijk over het gehele dijktraject te versterken voor het faalmechanisme macrostabiliteit binnenwaarts. Daarom zal de hogere binnendijkse berm niet continu langs de dijk aanwezig zijn (zie Figuur 6.4). Dat is in de bestaande situatie ook het geval, maar minimaal zichtbaar: in het oosten zijn de bermen iets beter zichtbaar dan in het westen van het projectgebied. De binnenberm is bedoeld om de stabiliteitsopgave op te lossen, maar op enkele locaties is ook een pipingberm ingepast. Is de pipingopgave groot dan wordt de pipingopgave opgelost door middel van een constructie. In het meest oostelijke deel van het projectgebied wordt een pipingberm en een klei-inkassing gecombineerd om de pipingopgave op te lossen. De pipingopgave kan hier niet alleen met een pipingberm worden opgelost omdat dan huizen worden geraakt. Er is voor deze oplossing gekozen omdat de klei-inkassing de natuurbeleving van de Steenwaard kan vergroten en daarmee bijdraagt aan de recreatieve ontwikkeling van het gebied.

In deze kansrijke oplossing worden veel meekoppelkansen meegenomen. Langs de gehele dijk worden extra rustpunten/uitzichtpunten toegevoegd, eventueel in vorm van dijktribunes (geïntegreerd in de dijkberm) op markante locaties. Rustpunten vinden we bijvoorbeeld bij locaties die verband houden met cultuurhistorische objecten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Ook bij de wielen bij Tull en ’t Waal en bij toegangen tot de uiterwaarden worden rustpunten aangebracht om de recreatieve beleving van het gebied te versterken. De cultuurhistorische beleving van de Nieuwe Hollandse waterlinie wordt niet alleen versterkt door bestaande punten sterker aan de dijk te koppelen, maar ook door verdwenen elementen als de Batterij Noordelijke Lekdijk en de Inundatiesluis weer zichtbaar te maken. Ook wordt de Liniepont beter zichtbaar en toegankelijker gemaakt. Om ook de beleving van het achterland op de dijk te versterken kan een leeflaag op de binnendijkse berm worden aangebracht, waardoor het landgebruik tot aan de dijk kan doorlopen. Routes in het achterland worden gekoppeld aan de dijk en waar gewenst ook aangesloten op nieuwe struinroutes in de uiterwaarden. Hierdoor wordt de natuurbeleving versterkt, wat nog verder wordt versterkt door de aanleg van een natte dijkzone in combinatie met de klei-inkassing in het oostelijke deel van de dijk. Ook langs de dijk wordt een wandelpad aangelegd. In combinatie met een mogelijke wegverbreding op (een deel van) de dijk verhoogt dit de verkeersveiligheid.

Figuur 6.5 Bouwstenen in Kansrijke oplossing 2.

Figuur 6.6 Ruimtebeslag op hoofdlijnen* kansrijke oplossing 2. De zwarte omlijning geeft het huidige ruimtebeslag van de dijk weer. Klik op de vakjes rechtsboven in de kaart voor (1) vergroten (2) veranderen achtergrond en (3) uitklappen legenda. Klik op de locaties van de profielen om dwarsdoorsneden te bekijken.

*Deze kaart geeft het ruimtebeslag van het dijkontwerp op hoofdlijnen weer. Op deze kaart is dus nog niet ingetekend hoe wordt omgegaan met bijvoorbeeld woningen, erven en parkeerplaatsen. Conclusies over deze specifieke locaties zijn op basis van het getekende ruimtebeslag niet te trekken. De uitwerking van deze specifieke locaties volgt op een later moment (planuitwerkingsfase) in het ontwerpproces. Het ruimtebeslag is gebaseerd op de ontwerpgegevens van juli 2020 en kan onderhevig zijn aan wijzigingen.