4.3.3 Ecologische verbinding en natuurontwikkeling
De aanwezige natuurwaarden rondom de dijk, zowel binnen- als buitendijks, en het thema duurzaamheid vormen de basis voor deze mogelijke oplossing. Hierbij worden dijk en omgeving zo veel mogelijk ingericht om de natuurwaarden en biodiversiteit te versterken, zowel door het aanleggen van nieuwe natuur als het creëren van verbindingen tussen de natuurgebieden. De dijk wordt hiermee een belangrijke ecologische verbinder, zowel in oost-westrichting als in noord-zuidrichting. Duurzaamheid krijgt in deze mogelijke oplossing een plek door voor de versterking gebruik te maken van gebiedseigen grond. Het ruimtelijk beeld van dijk en omgeving zal van Culemborg tot de Beatrixsluis eenzelfde uitstraling en continu beeld hebben.
Om zo veel mogelijk ecologische en duurzame kansen mee te koppelen is gekozen voor versterken in grond en het toepassen van klei-inkassingen in de uiterwaard. Waar bebouwing of de rivier dichtbij de dijk liggen, zijn bouwstenen gekozen die deze aanwezige gebieden niet aantasten. Het faalmechanisme piping wordt waar mogelijk buitendijks opgelost met een klei-inkassing, gecombineerd met de aanleg van een natte dijkzone. De natte dijkzone zal mogelijk een nieuw type (natte) natuur in de uiterwaard creëren en parallel aan de dijk ontstaat zo een ecologische verbinding tussen de verschillende uiterwaarden.
Ten behoeve van de stabiliteit van de dijk worden, zowel aan binnen- als buitendijkse zijde, bermen toegepast waarop het bloem- en kruidenrijke grasmengsel wordt ingezaaid wat bijdraagt aan biodiversiteit. Extra aandacht gaat uit naar de ecologische verbindingen binnendijks ter hoogte van het Werk aan de Groeneweg, bij het inundatiekanaal en ter hoogte van het Waalse Bos bij de kern Tull en ’t Waal. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid zal de dijkversterking in gebiedseigen grond uitgevoerd worden, bijvoorbeeld met grond die vrijkomt bij de klei-inkassing of bij het graven van geulen in de uiterwaarden.
De meekoppelkansen in deze oplossing hebben betrekking op natuur en/of duurzaamheid. Recreatie wordt in deze oplossing niet verder ontwikkeld, om de natuur zo min mogelijk te verstoren. Wel kan worden gekeken of de natte dijkzone gecombineerd kan worden met het herstellen en zichtbaar maken van de cultuurhistorisch waardevolle dijkputten langs de dijk. Buiten het aanleggen van de natte dijkzone is in de Honswijkerwaard en Steenwaard de mogelijkheid tot aanleg of herstel van de geulen in de uiterwaarden. Deze dragen bij aan de verbetering van de waterkwaliteit, ecologie en ruimte voor de rivier. Andere ingrepen die worden meegekoppeld met de dijkversterking zijn bijvoorbeeld het aanleggen van faunapassages om de ecologische verbindingen haaks op de dijk verder te versterken.
Figuur 4.6 Kaart van mogelijke oplossing 3 – Duurzame dijk als ecologische verbinder en natuurontwikkeling.
Figuur 4.7 Bouwstenen toegepast in mogelijke oplossing 3 – Duurzame dijk als ecologische verbinder en natuurontwikkeling.