3.1.1. Piping
Bij dit faalmechanisme stroomt water via een zandlaag onder de dijk door en komt het achter de dijk weer omhoog. Hierdoor kan een wel (zie definitie wel) ontstaan. Na verloop van tijd kan het water zand meevoeren en begint er een kanaal (pipe) onder de dijk te ontstaan. Als dit proces langer doorgaat, vormt zich een doorgaande verbinding tussen het buitenwater en het achterland. Uitslijting van het kanaal leidt uiteindelijk tot het bezwijken van de dijk.
In deze paragraaf is achtereenvolgens ‘de klei-inkassing buitendijks’, ‘de binnendijkse pipingberm’ en ‘een constructie’ weergegeven als technische bouwsteen om het faalmechanisme piping op te lossen.
Voor wat betreft de bouwsteen constructie zijn een aantal varianten mogelijk die passen in het bestaande dijkprofiel. De voor- en nadelen van deze constructieve varianten komen overeen met de technische bouwsteen constructie zoals eerder benoemd in deze paragraaf.