4.3.2 Recreatie en rustgebied in de natuur nabij de stad

Deze mogelijke oplossing gaat uit van het versterken van het huidige recreatieve gebruik rondom de dijk als uitloopgebied van het verstedelijkte gebied van Utrecht. Op dit moment wordt het gebied ten westen van Fort Honswijk intensief gebruikt door recreanten (recreatieterrein ’t Waal en de Honswijkerplas). Het gebied ten oosten van het fort wordt extensief gebruikt door recreanten (struinen in de uiterwaard, Liniepontje). De dijk verbindt deze twee gebieden als recreatieve route voor met name fietsers. De recreatieve tweedeling (intensief-extensief) wordt verder aangezet in deze mogelijke oplossing. In het westen wordt het intensieve recreatiegebruik meer gestimuleerd, ook met het oog op de toeristische ontwikkeling van Fort Honswijk, terwijl in het oostelijk deel de natuurwaarden en het extensieve gebruik een plek krijgen. In deze mogelijke oplossing zal dus een verschil in het ruimtelijk beeld ontstaan ten oosten en ten westen van het fort.

Dit verschil komt ook tot uiting in het dijkontwerp: de dijk krijgt in de twee delen een andere vormgeving. Ten westen van Fort Honswijk wordt de nadruk gelegd op de buitendijkse recreatie in de uiterwaard met een buitendijkse dijkversterking in grond. De dijkberm die hierdoor ontstaat kan gebruikt worden voor recreatie. Binnendijks worden stabiliteit en piping door middel van een constructie opgelost, waardoor binnendijks geen waarden worden aangetast. Ten oosten van Fort Honswijk wordt met het extensieve gebruik de relatie met de omgeving gezocht, door zowel binnen- als buitendijks in grond te versterken.

In deze mogelijke oplossing worden veel meekoppelkansen meegenomen. Langs de gehele dijk worden extra rustpunten of uitzichtpunten toegevoegd, eventueel in de vorm van dijktribunes (geïntegreerd in de dijkberm) op markante locaties. In het westelijk deel komen veel rustpunten, o.a. bij de verschillende recreatieterreinen, de wielen bij Tull en ’t Waal en de voormalige locatie van de Batterij Noordelijke Lekdijk. Deze punten worden ook verbonden met het TOP Linielanding. In het oostelijk deel worden iets minder rustpunten aangebracht i.v.m. de rust voor natuur. De punten worden gekoppeld aan de aanwezige natuurwaarden (toegang tot de Steenwaard) en aan de elementen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: Fort Honswijk met de inlaatsluis en het Werk aan de Groeneweg.

In het westelijk deel is de meekoppelkans voor wegverbreding meegenomen om de toename van recreatief verkeer beter een plek te kunnen geven op de dijk. Een wandelroute op de buitendijkse dijkberm zorgt ervoor dat wandelaars niet meer op de weg hoeven te lopen, wat bijdraagt aan de verkeersveiligheid. Ook in de uiterwaard worden struinroutes toegevoegd. Om de cultuurhistorische waarden beter beleefbaar te maken voor recreanten worden deels verdwenen elementen zoals de Batterij Noordelijke Lekdijk, de inlaatsluis bij Fort Honswijk en het Werk aan de Groenweg beter zichtbaar gemaakt en sterker verbonden met de dijk. In het oostelijk deel wordt daarnaast ook de natuur(beleving) versterkt door een natte dijkzone buitendijks langs de dijk te ontwikkelen in combinatie met een klei-inkassing voor piping, waardoor parallel aan de dijk een ecologische zone ontstaat. In de Steenwaard wordt de bestaande geul hersteld of uitgebreid, wat een bijdrage levert aan natuur, doelen voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) en ruimte voor de rivier. Om deze natuurontwikkelingen toegankelijk te maken worden struinpaden aangelegd, zowel in de uiterwaard als langs de dijk. Deze paden worden sterker verbonden met het Liniepontje, wat daardoor beter zichtbaar en bereikbaar wordt. De capaciteit van het Liniepontje zal worden uitgebreid en het aanleggen bij Fort Honswijk zal mogelijk zijn.

Figuur 4.4 Kaart van mogelijke oplossing 2 – Dijk door recreatie en rustgebied in de natuur nabij de stad.

Figuur 4.5 Bouwstenen toegepast in mogelijke oplossing 2 – Dijk door recreatie en rustgebied in de natuur nabij de stad.