7. Doorkijk naar voorkeursalternatief

In de verkenningsfase van de dijkversterking Culemborgse Veer – Beatrixsluis werken met een gebiedsgerichte aanpak van ‘grof naar fijn’ naar het voorkeursalternatief.

Figuur 7.1: Stap 3 van de verkenningsfase: kansrijke alternatieven en voorkeursalternatief. Klik hier voor vergroting.

In stap 3 van de verkenningsfase worden de kansrijke oplossingen tot kansrijke alternatieven uitgewerkt. Daarna volgt de afweging naar een voorkeursalternatief. Dit doen we in interactieve samenwerking met de omgeving.

Voor een verdere detaillering van de waterveiligheidsopgave zullen in de komende maanden nog op meer locaties langs de dijk (geotechnische) berekeningen worden uitgevoerd. Specifiek voor het faalmechanisme piping zal bij de berekeningen onder meer een innovatieve onderzoekstechniek worden toegepast. Daarnaast zal voor de pipingopgave ook worden bekeken of de versterkingsmaatregelen mogelijk kunnen worden uitgesteld (toepassen beslisboom piping).

Daarnaast hebben ook externe beslissingen mogelijk nog effect op de waterveiligheidsopgave, zoals bijvoorbeeld het besluit van de overheid (in voorbereiding) ‘Lek ontzien’. Hierdoor verandert mogelijk de afvoerverdeling op de rivieren wat gevolgen kan hebben voor de Lekdijk. Voor de dijkversterking Culemborgse Veer – Beatrixsluis is de verwachting dat de gevolgen hiervan beperkt zijn (dijk is relatief hoog).

De haalbaarheid van vormbepalende omgevingsbouwstenen (H3.2) moet in de komende periode ook steeds duidelijker worden, zodat deze een goede plek kunnen krijgen in het voorkeursalternatief. Beslissingen worden genomen of een meekoppelkans mee kan met de dijkversterking of dat de ontwikkeling verder gaat als raakvlakproject. Onze gebiedspartners werken aan de verdiepingsslag van de meekoppelkansen die hiervoor nodig is.

Met de gebiedsgericht aanpak streeft HDSR naar een voorkeursalternatief dat voldoet aan de projectdoelstelling:

“Een waterveilige, toekomstbestendige en beheerbare waterkering te realiseren, op basis van een zo breed mogelijk bestuurlijk en maatschappelijk gedragen projectplan, goed ingepast in de omgeving, met zo maximaal mogelijk maatschappelijke meerwaarde en een hoge mate van innovatie en duurzaamheid.”