6.1.3 Landschappelijke inpassing

Bij de inpassingsopgave is aandacht voor ruimtelijke kwaliteit een belangrijk aandachtspunt, daarbij gaat het ook over de landschappelijke inpassing van de dijk. In deze paragraaf zijn een aantal ontwerpprincipes beschreven en verbeeld waarmee de landschappelijke inpassing van de dijk geborgd wordt.

De A27 wordt naar verwachting in 2023 verbreed en op de plek waar de dijk en snelweg elkaar kruisen, is samenwerking mogelijk tussen de snelwegverbreding en de dijkversterking. Vanuit ruimtelijke kwaliteit is het wenselijk is dat de dijk als lijn herkenbaar blijft tot aan de infrastructuur (ontwerpprincipe 9a in het Ruimtelijk kwaliteitskader).

Figuur 6‑2: Ontwerpprincipe ‘kruising infrastructuur’

De binnen- en buitenteen van de dijk dient met een knik (dus zonder vervloeiing) aan te sluiten op het bestaande maaiveld. Dit geldt zowel voor de aansluiting van dijktalud op de dijkvoet alsook voor de aansluiting van de dijkberm op het maaiveld.

Figuur 6‑3: Ontwerpprincipe ‘overgangen bermen’

Ten westen van de A27 (dijkvak 2c) is het vanuit landschappelijk inpassing van belang de stabiliteitsberm goed aan te sluiten op de aangrenzende dijk om een vloeiende overgang te creëren waarmee de continuïteit van de dijk geborgd kan worden. De lijnen van de dijk dienen zoveel mogelijk door te lopen met een minimaal aantal uitbuigingen in de kruin-, talud- en teenlijn (zie ontwerpprincipe 1a in het Ruimtelijk kwaliteitskader).

Figuur 6‑4: Ontwerpprincipe ‘overgangen bermen’

Bij het verflauwen van het bovenste deel van het binnentalud naar 1 op 3, zijn maatwerkontwerpen nodig om enkele woningen en tuinen en toe- en afritten naar woningen op de juiste wijze in te passen.

Direct ten oosten van de spoorlijn zijn zowel binnen- als buitendijks hoge natuurwaarden aanwezig. De voorgestelde taludverflauwing naar 1 op 4 is minder gewenst vanuit ruimtelijke kwaliteit. Er zijn kansen voor het optimaliseren van het dijkprofiel, waarbij zowel de poel binnendijks behouden kan blijven als de vormgeving van de dijk past in het continue beeld van de dijk.

Suggestie is om de dijkkruin aan de binnendijkse zijde iets te versmallen waardoor binnendijks meer ruimte ontstaat. De dijkkruin heeft op deze plek behoorlijk breedte, waardoor dit ook technisch mogelijk is. Met deze versmalling zal het huidige beheerpad iets verplaatst moeten worden, maar de huidige dimensies kunnen in stand worden gehouden. De doorgaande weg kan in stand worden gehouden. Op deze plek -ter hoogte van dijkvak 9c- ligt de doorgaande weg niet op de dijkkruin, maar aan de binnendijkse zijde waar de wegduid onder het spoor door gaat.