2.1.2 Inventarisatie technische bouwstenen tegen afschuiven grasbekleding binnentalud

Uit de aangescherpte veiligheidsanalyse (zie H2.1.1) blijkt dat voor het faalmechanisme 'afschuiven grasbekleding binnentalud' een waterveiligheidsopgave aanwezig is voor een aantal dijkvakken ten westen van Fort Honswijk. Hiervoor zijn dijkversterkingsmaatregelen nodig om dit faalmechanisme op te lossen. Bij de Nota Kansrijke Oplossingen was deze opgave nog niet bekend, waardoor in de drie geformuleerde kansrijke oplossingen geen maatregelen opgenomen waren voor dit faalmechanisme. In deze paragraaf zijn de technische bouwstenen beschreven waarmee de opgave voor de grasbekleding van het binnentalud kan worden opgelost. In de volgende paragraaf wordt beschreven wat deze bijgekomen waterveiligheidsopgave betekent voor de drie kansrijke alternatieven en het afwegingsproces.

Het faalmechanisme 'afschuiven grasbekleding binnentalud' is het gevolg van infiltratie van water in de dijk door golfoverslag. Hierdoor wordt de grond zwaarder en kan de grasbekleding van de dijk instabiel worden, waardoor deze kan afschuiven. Met name bij steile dijktaluds is de kans hierop aanwezig. Wanneer dit gebeurt, komt de kwetsbare kern van de dijk aan de oppervlakte te liggen. Bij golfoverslag kan de dijk dan snel eroderen, waardoor de dijk uiteindelijk bezwijkt.

Om dit faalmechanisme tegen te gaan zijn vier technische bouwstenen beschouwd:

  • Taludverflauwing; hierdoor schuift de grasbekleding moeilijker af;

  • Aanbrengen van een verankerd geotextiel; hiermee wordt de grasbekleding verankerd in de dijkkern, waardoor deze moeilijker afschuift;

  • Kruinverhoging; hiermee vermindert de golfoverslag over de dijk, waardoor ook het risico op afschuiving van het binnentalud afneemt;

  • Golfremmende maatregelen in de uiterwaard (zoals aanleg van hoge begroeiing in de uiterwaard); ook met deze maatregel vermindert de golfoverslag over de dijk en neemt het risico op afschuiving van de grasbekleding af.

De technische bouwstenen ‘taludverflauwing’ (zie Figuur 2‑4) en ‘aanbrengen van verankerd geotextiel’ (zie Figuur 2‑5) staan hieronder toegelicht. De andere twee bouwstenen zijn niet nader beschouwd, omdat deze niet wenselijk zijn.

Bij een kruinverhoging is het nodig om de weg bovenop de kruin opnieuw aan te leggen en is veel extra grond nodig voor de verhoging en verbreding van de dijk (wanneer de huidige kruinbreedte moet worden gehandhaafd). Dit maakt deze maatregel erg duur. Daarbij komt dat ten gevolge van de verbreding van de dijk ook het talud wordt aangepakt aan binnenzijde, buitenzijde of beide zijden. De ingreep is dan vergelijkbaar met een taludverflauwing, maar met een grotere omvang en complexiteit. Deze ingreep zou gerechtvaardigd zijn wanneer ook andere faalmechanismen zouden spelen, zoals bijvoorbeeld een hoogtetekort. Zolang dit niet het geval is, is een kruinverhoging een buitenproportionele ingreep om 'afschuiven grasbekleding binnentalud' op te lossen.

Het aanbrengen van golfremmende maatregelen heeft een aantal nadelen, waardoor deze bouwsteen niet wenselijk is. Vanuit het ruimtelijk kwaliteitskader bestaat de voorkeur voor het toepassen van maatregelen over grote lengte en niet steeds korte stukken met een verschillende oplossing. In de uiterwaarden bevinden zich nevengeulen (Ossenwaard, stuw Hagestein) en plassen (Honswijkerplas), waardoor het toepassen van golfremmende maatregelen in de uiterwaarden mogelijk niet over grote lengtes zou kunnen worden ingepast. Daarnaast past deze maatregel vanuit het ruimtelijk kwaliteitskader ook niet bij het open karakter van de waterkering. Wanneer bijvoorbeeld hoge begroeiing moeten worden aangebracht in de uiterwaard als golfremmende maatregel, schaadt dit het open karakter van het gebied. Tot slot is ook de robuustheid van de maatregel beperkt vanwege de afhankelijkheid van de kwaliteit en uiteindelijke hoogte van bijvoorbeeld de aangebrachte begroeiing. Golfremmende maatregelen vallen daarom ook op voorhand af.

Figuur 2‑4: Technische bouwsteen taludverflauwing

Figuur 2‑5: Technische bouwsteen verankerd geotextiel