4.2.15 Levensduurkosten

Omschrijving beoordelingsaspect

Bij investeringskosten worden alleen de kosten meegenomen die nodig zijn om de dijkversterking te kunnen realiseren. Naast deze kosten worden ook kosten gemaakt nadat de dijkversterking is gerealiseerd. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om beheer- en onderhoudskosten aan de elementen binnen de dijkversterking, alsook kosten voor vervanging van elementen uit de kansrijke alternatieven gedurende de levensduur van de dijkversterking. De combinatie van investeringskosten, beheer- en onderhoudskosten en vervangingskosten worden de levensduurkosten genoemd en worden onder dit beoordelingsaspect beoordeeld.

Beoordelingsmethodiek

De levensduurkosten (LCC, Life Cycle Costs) maken we inzichtelijk volgens de Standaardsystematiek voor Kostenramingen (SSK). De beoordeling is kwantitatief en wordt uitgevoerd door een specialist kostenramingen. Bij de kostenraming gaan we uit van een levensduur van de dijk van 100 jaar. De volgende kosten zijn meegenomen bij de raming (zie Figuur 4‑1):

  • Aanlegkosten (Onderdeel B):

De aanlegkosten of investeringskosten vormen een groot onderdeel van de totale LCC-raming. Hieronder worden bijvoorbeeld de meest “zichtbare” en directe kosten meegenomen voor de benodigde materialen, ingrepen om de dijkversterking mogelijk te maken (denk aan bouwverkeer), de arbeidskosten en aanpassing van bestaande wegen. Daarnaast wordt ook gekeken naar indirecte kosten zoals voor het aankopen van gronden die nodig zijn voor de dijkversterking en bijkomende kosten voor bijvoorbeeld het verleggen van kabels en leidingen.

  • Onderhoudskosten tijdens realisatie (Onderdeel C):

Tijdens de realisatie van de dijkversterking is beheer en onderhoud nodig bij de ingrepen en delen van de dijk waar geen ingreep heeft plaatsgevonden. Denk bijvoorbeeld aan maaien en het uitvoeren van inspecties.

  • Onderhoud en beheer ná realisatie (Onderdeel D):

Gedurende de totale levensduur van het project wordt beheer en onderhoud uitgevoerd aan bijvoorbeeld de constructies en de dijkbekleding. De kosten voor de volledige levensduur van de dijkversterking worden meegenomen.

  • Kosten vervangingsinvesteringen (Onderdeel E):

Tot slot worden ook kosten meegenomen voor vervanging van onderdelen van de dijkversterking. oor bijvoorbeeld geotextiel is gerekend met een levensduur van 50 jaar en zijn investeringskosten voor nieuw geotextiel na 50 jaar ook meegenomen in de kostenramingen.

Figuur 4‑1: Schematische weergave van de componenten die relevant zijn binnen een LCC-raming. De huidige onderhoudskosten (onderdeel A) zijn geen onderdeel van de kwantificering van de levensduurkosten, de onderdelen B t/m E wel.

De levensduurkosten zijn met elkaar vergeleken volgens de volgende beoordelingsschaal. Deze schaal is zowel voor de afzonderlijke dijkvakken als voor de kansrijke alternatieven als geheel gebruikt in de beoordeling. Voor dijkvakken 4a en 4b zijn geen kostenramingen gemaakt. Voor deze dijkvakken is de verwachting dat de aanwezige veiligheidsopgave na aanvullend onderzoek in de planuitwerkingsfase zal komen te vervallen, waardoor geen ingrepen nodig zullen zijn.

+

Indicatieve kosten zijn het laagst van alle alternatieven en minimaal 10% lager dan het op 1 na goedkoopste alternatief.

0

Indicatieve kosten per meter het laagst, minder dan 10% lager dan de kosten van andere alternatieven.

OF

Indicatieve kosten vergelijkbaar met het goedkoopste alternatief (<10% afwijking).

-

Indicatieve kosten 10-20% hoger dan het goedkoopste alternatief.

--

Indicatieve kosten 20-30% hoger dan het goedkoopste alternatief.

---

Indicatieve kosten >30% hoger dan het goedkoopste alternatief.

Beoordelingsmethode: Deskundigenoordeel, kwantitatief

Gebruikte informatie dijkontwerp:

Gebruikte overige informatie:

(Wettelijk) kader

Ruimtebeslag dijkversterkingsmaatregelen

Omschrijving dijkversterkingsmaatregelen

  • SSK-raming kansrijke alternatieven incl. Life Cycle Costs (LCC)

  • Kader kostenraming HDSR