4.3.1 - Besluiten voor de dijkversterking
Voor de dijkversterking Culemborgse Veer – Beatrixsluis moeten verschillende besluiten worden genomen. De procedure kent parallelle besluitvormingsprocedures: de lijn volgens de Omgevingswet (Projectbesluit), de lijn van de Wet op de milieu-effect-rapportage (m.e.r.-procedure) en diverse vergunningen om (delen van) het werk mogelijk te maken.
Werken in de geest van de omgevingswet: Projectbesluit
Het belangrijkste formele besluit (in de planuitwerkingsfase) over dijkversterkingen in Nederland wordt volgens de huidige wetgeving genomen op basis van een Projectplan. De relevante voorschriften voor dit hoofdbesluit zijn opgenomen in de Waterwet. Naar verwachting treedt vanaf 2021 de Omgevingswet in werking. Het projectplan volgens de Waterwet wordt dan vervangen door een projectbesluit volgens de Omgevingswet. Naar verwachting zal in de planuitwerkingsfase een projectbesluit worden genomen.
Echter de datum voor het van kracht worden van de nieuwe Omgevingswet kan nog verschuiven. We monitoren daarom regelmatig, in samenwerking met de provincie Utrecht, de ontwikkelingen rondom de Omgevingswet. Indien nodig herzien we tussentijds dit uitgangspunt en maken we gebruik van de huidige planprocedure volgens de Waterwet. We richten het proces dusdanig in dat aan de vereisten van deze wet wordt voldaan. Ook is nog niet alles uitontwikkeld rondom de Omgevingswet wat mogelijk tot veranderingen in wettelijke vereisten leiden.
HDSR kiest ervoor om in de verkenningsfase te werken op de manier zoals in de Omgevingswet is beschreven. Dat betekent dat deze Nota van Uitgangspunten openbaar gepubliceerd wordt en middels een kennisgeving de wijze van participatie (zie 4.3.2) wordt aangekondigd.
Voorkeursbeslissing in verkenningsfase
In de verkenningsfase wordt toegewerkt naar een voorkeursalternatief welke wordt vastgesteld door het nemen van een voorkeursbeslissing door algemeen bestuur van HDSR. Ter onderbouwing van dit voorkeursalternatief wordt een MER deel a gemaakt. Gezamenlijk wordt de voorkeursbeslissing en het MER deel a aansluitend ter inzage gelegd.
Het voorkeursalternatief wordt in de planuitwerking uitgewerkt tot het detailniveau dat nodig is voor het projectbesluit en de vergunningen. In dat stadium wordt het MER deel a verder uitgewerkt.
M.e.r.-procedure: in beeld brengen van milieu- en andere effecten
De verwachting is dat de dijkversterking Culemborgse Veer – Beatrixsluis "belangrijke nadelige milieugevolgen" heeft, waarvoor een milieueffectrapport (MER) wordt opgesteld. De regels hiervoor (m.e.r.-plicht) zijn opgenomen in de Wet Milieubeheer en het Besluit Milieueffectrapportage.
Op 11 september 2018 heeft het bevoegd gezag (provincie Utrecht) in een bekendmaking het voornemen om een m.e.r.-procedure te doorlopen gepubliceerd. De Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) heeft ter inzage gelegen en iedereen heeft zienswijzen kunnen indienen op de inhoud van de NRD.
Vergunningen
Naast het hoofdbesluit zijn verschillende vergunningen nodig om in de realisatie te kunnen starten met de werkzaamheden. Het gaat bijvoorbeeld om een vergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan, het kappen van bomen of het werken in de uiterwaard.
Verantwoordelijkheden verschillende overheden
Het nemen van de besluiten en verlenen van vergunningen is de verantwoordelijkheid van diverse overheden. In de verkenningsfase gaan de overheden gezamenlijk onderzoeken en vervolgens besluiten op welke wijze ze de procedure in de planuitwerkingsfase vorm gaat geven. De betrokken overheden zijn HDSR, provincie Utrecht, de gemeenten Nieuwegein en Houten, Rijkswaterstaat (als uitvoeringsorganisatie van het ministerie) en het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).