4.2 - Afweging naar voorkeursalternatief: projectdoelstelling en effectbeoordeling
In 4.1 staat het ontwerpproces om te komen tot:
“Een waterveilige, toekomstbestendige en beheerbare waterkering te realiseren, op basis waarvan een zo breed mogelijk bestuurlijk en maatschappelijk gedragen projectplan, goed ingepast in de omgeving, met zo maximaal mogelijk maatschappelijke meerwaarde en een hoge mate van innovatie en duurzaamheid.”(projectdoelstelling, zie 1.2):
Bij de totstandkoming van de mogelijke en kansrijke oplossingen, de kansrijke alternatieven en het voorkeursalternatief wordt steeds gereflecteerd op de mate (kwalitatief) waarin de projectdoelstelling wordt bereikt. In onderstaande tabel wordt dit visueel gemaakt.
Oplossing/alternatief ‘1’ | Oplossing/alternatief ‘2’ | |
Waterveilige, toekomstbestendige en beheerbare kering | x | x |
Bestuurlijk en maatschappelijk gedragen | x | x |
Inpassing in omgeving | x | x |
Maatschappelijke meerwaarde | x | x |
Mate van innovatie | x | x |
Mate van duurzaamheid | x | x |
Beoordelen van effecten
Tijdens het ontwerpproces in de verkenning en de planuitwerking wordt gebruik gemaakt van een beoordelingskader waarmee de effecten van de oplossingen en alternatieven worden beoordeeld en met elkaar worden vergeleken om tot een afweging te komen.
Het beoordelingskader uit de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) van Sterke Lekdijk is projectspecifiek gemaakt voor de dijkversterking Culemborgse Veer – Beatrixsluis. Dit beoordelingskader bestaat uit 15 criteria gegroepeerd in drie thema’s: ‘techniek’, ‘milieu en omgeving’ en ‘kosten’ en is gebaseerd op het garanderen van de waterveiligheid, de bestaande waarden in het gebied, op uitgangspunten uit het ruimtelijk kwaliteitskader dijkversterking Culemborgse Veer – Beatrixsluis en op wet- en regelgeving (zie hoofdstuk 2). Het beoordelingskader is besproken met de samenwerkingspartners (provincie, gemeenten, Rijkswaterstaat). In de gehele verkenningsfase wordt met één beoordelingskader gewerkt, zodat voor de omgeving en bestuurders een transparante en navolgbare afweging gemaakt kan worden.
Effecten beoordelen van ‘grof naar fijn’
In de verkenningsfase is de beoordeling gericht op het in beeld brengen van permanente effecten, waarbij het detailniveau van de beoordeling per stap verder toeneemt. In de stap van mogelijke oplossingen naar kansrijke oplossingen worden de onderscheidende criteria gebruikt. De effecten op deze criteria worden (veelal kwalitatief) in beeld gebracht. Bij het samenstellen van het voorkeursalternatief worden de effecten op alle thema’s uitgewerkt en waar mogelijk zoveel mogelijk kwantitatief.
In de planuitwerkingsfase wordt het ontwerp van het voorkeursalternatief verder gedetailleerd en wordt (op basis daarvan) het beoordelingskader en de effectbeschrijving verder aangevuld en uitgewerkt. De effectbeschrijving zal gericht zijn op het meer gedetailleerd en zo kwantitatief mogelijk in beeld brengen van de effecten van het voorkeursalternatief. Hiermee wordt o.a. bepaald welke mitigerende maatregelen de effecten van het voorkeursalternatief kunnen verzachten. In de planuitwerkingsfase zal aandacht worden besteed aan de uitvoeringsfase van het project en de tijdelijke effecten, waaronder bv. hinder tijdens uitvoering en het aspect veiligheid tijdens uitvoering.
In het beoordelingskader (onderstaande tabel) staan in drie thema’s de criteria en aspecten uitgewerkt:
Criteria | Aspecten |
Techniek | |
Waterveiligheid | √ moet altijd voldoen. |
Uitvoerbaarheid | Hoe complex (logistiek en ervaring) is de uitvoering? |
Past de uitvoering in de beschikbare ruimte en tijd? | |
Uitbreidbaarheid | Mate waarin uitbreiding mogelijk is. |
Beheer en onderhoud (Waterkering) | Gemak om te beheren en te onderhouden. |
Inspecteerbaarheid (Normaal en bij Crisis) | |
Riviersysteem | Rivierkundige effecten |
Milieu en Omgeving | |
Natuur | Effect op instandhoudingsdoelen N2000 |
Effect op (leefgebieden van) beschermde soorten | |
Effect op NNN-gebied | |
Effect op bomen en houtopstanden | |
Effect op KRW-relevant areaal | |
Bodem en water | Effect op milieuhygiënische bodemkwaliteit |
Mate van vrijkomende grond en mate waarin met gebiedseigen materiaal kan worden gewerkt (grondbalans) | |
Effect op grondwaterstanden in relatie tot bebouwd en agrarisch gebied (waterkwantiteit). | |
Gedempt oppervlaktewater (waterkwantiteit) | |
Dijklandschap | Ligging t.o.v. huidig dijktracé |
Grootschaligheid en continuïteit dijktracé | |
Herkenbaarheid hoofdvorm van de dijk | |
Continuïteit met aansluitende dijktracés Sterke Lekdijk | |
Nieuwe Hollandse Waterlinie | Effect op de Nieuwe Hollandse Waterlinie (binnen ruimtebeslag) |
Cultuurhistorie en archeologie | Effect op (rijks)monumenten |
Effect op historische landschappelijke structuren | |
Effect op archeologische waarden | |
Wonen, bedrijven en landbouw | Aantal woningen dat wordt geraakt |
Effect op woongenot | |
Aantal bedrijfspanden dat wordt geraakt | |
Effect op bedrijfsvoering | |
Effect op agrarische bedrijfsvoering | |
Recreatie en medegebruik | Effect op recreatieve routes en recreatief gebruik van de dijk (wandelen, fietsen) |
Effect op recreatieve punten. | |
Verkeer | Effect op verkeersveiligheid |
Effect op verkeersafwikkeling | |
Effect op bereikbaarheid bewoners, bedrijven en hulpdiensten | |
Kosten | |
Investeringskosten | Directe bouwkosten inclusief vastgoed |
Levensduurkosten | Combinatie van investeringskosten, beheer- en onderhoudskosten en vervangingskosten |