2.2.1 - Waterhuishouding

Het projectgebied maakt deel uit van het Eiland van Schalkwijk: het gebied dat begrensd wordt door de Lek, het Amsterdam-Rijnkanaal en het Lekkanaal. Doordat dit gebied feitelijk een eiland is, is het watersysteem ook geïsoleerd.

Opbouw ondergrond

De bodem van het gebied is opgebouwd uit rivierafzettingen. De opbouw van de ondergrond in het gebied bestaat grofweg uit een deklaag van klei met veen met daaronder een dik watervoerend pakket van zand tot een diepte van 60 m onder NAP. Ten oosten van Fort Honswijk is een dikke deklaag aanwezig van ongeveer 8 m. Ten westen van Fort Honswijk varieert de dikte van de deklaag en is deze een stuk dunner met een gemiddelde dikte van 3,5 m.

Overslaan: Interactieve visual (Genially)

De interactieve content hieronder is mogelijk niet toegankelijk.

Interactieve visual (Genially)

Uw keuze voor cookies van derden

Op deze positie is een element verwerkt dat wordt verzorgd door een derde partij. Het is mogelijk dat deze en andere partijen cookies plaatsen op uw computer, daarom moeten wij toestemming vragen voor we de inhoud kunnen laten zien. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie over ons beleid.

Aan- en afvoer van water

Het watersysteem op het Eiland van Schalkwijk is complex. De Schalkwijkse Wetering en het inundatiekanaal functioneren als een boezem: hierin wordt het water uit de polders geloosd. In- en uitlaat van water vindt, met uitzondering van het gemaal van Rijkswaterstaat bij het Lekkanaal, plaats vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal.

Waterpeilen en drooglegging

Praktijkpeilen in de winter, gemeten in 2011, variëren nabij de dijk van <-0,5 m NAP tot 2 m NAP. Het waterpeil is het laagst aan de westzijde van de dijk. In de Beleidsnota Peilbeheer van HDSR is een droogleggingsnorm (verschil tussen praktijkpeilen en maaiveldhoogte) bij winterpeil voor agrarisch gebruik op kleibodem opgenomen van 0,70 tot 1,00 m. De gewenste drooglegging voor fruitteelt en akkerbouw is echter groter (1,10-1,20 m). Op een aantal plaatsen vindt onderbemaling of stuwen plaats waarbij grondeigenaren lokaal het waterpeil aanpassen.

Grondwater

De Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG) ligt in het grootste deel van het projectgebied tussen de 50 en 200 cm onder het maaiveld. De Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG) ligt grotendeels tussen de 50 en 100 cm onder het maaiveld. Bij Tull en ’t Waal wordt drinkwater gewonnen op een diepte van -85 tot -165 m NAP. Daarnaast zijn er nog enkele kleine ondiepere grondwateronttrekkingen ten behoeve van veedrenking en beregening.

Kwel

Op basis van hydrologische berekeningen is door HDSR onderstaande figuur gemaakt over kwel en wegzijging. De beheerder van de dijk geeft aan dat binnendijks wateroverlast is ter hoogte van:

  • het voorhavenkanaal Beatrixsluis als gevolg van een boring ten behoeve van het leggen van een leiding;

  • het dorp Tull en ’t Waal doordat de drainage van de teensloot is verouderd;

  • de Honswijkerplas door aanleg van de plas;

  • de Steenwaard. De kwel is echter in de loop van de tijd afgenomen door aanslibbing van de plas.

Overslaan: Interactieve visual (Genially)

De interactieve content hieronder is mogelijk niet toegankelijk.

Interactieve visual (Genially)

Uw keuze voor cookies van derden

Op deze positie is een element verwerkt dat wordt verzorgd door een derde partij. Het is mogelijk dat deze en andere partijen cookies plaatsen op uw computer, daarom moeten wij toestemming vragen voor we de inhoud kunnen laten zien. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie over ons beleid.

Meer informatie: